Wat is operatie Todt?
Om de gigantische bouwprogramma’s van het Derde Rijk te organiseren werd er reeds ruim voor de oorlog een organisatie opgericht naar grotendeels militaire inzichten. De Organisation Todt (O.T.) was een Duitse bouwmaatschappij (‘bouwmaatschappij’ van de nazi’s) tijdens het bestaan van nazi-Duitsland, genoemd naar de oprichter Fritz Todt.
De organisatie hield zich tijdens de oorlog voornamelijk bezig met de bouw van verschillende militaire bouwwerken (verdedigingswerken), zoals de Atlantikwall, en het herstel van door luchtaanvallen beschadigde verbindingen. De Organisation Todt maakte daarbij gebruik van grote aantallen Hollandse dwangarbeiders (Arbeidseinsatz). Arbeidsinzet en tewerkstelling voor de Wehrmacht. Zelfs jongens van zestien jaar werden door de Duitsers gedwongen voor de ‘Organisation Todt’ te ‘spitten’ en verdedigingswerken aan te leggen. Zo ook in Zwolle en omgeving.
De organisatie begon relatief klein met de bouw van Autobahnen en later de Westwall (Siegfriedlinie). Echter naarmate de oorlog vorderde, werd dit een gigantische staatsonderneming. Tot aan het begin van de oorlog was de Organization Todt (OT) een onderdeel van het Ministerie voor bewapening en munitie.
Na het uitbreken werd zij compleet onafhankelijk van de rijksregering en de partij en had verregaande bevoegdheden. De enige aan wie deze organisatie verantwoording moest afleggen, was de Führer zelf. Naast de OT waren er echter ook nog andere bouw- en constructieondernemingen t.b.v. het militaire apparaat zoals de RAD (Reichsarbeitsdienst).
De tankgracht in de polder Mastenbroek maakte deel uit van een verlenging van de Westwall, een verdedigingslinie vlak achter de Duitse westgrens. De Westwall liep van Basel naar Emmerich. Na de bevrijding van Parijs door de geallieerde troepen besloot Hitler eind augustus 1944 de Westwall verder te versterken en via de zogenaamde IJssellinie (‘IJsselmuur’) door te trekken tot aan het IJsselmeer. Langs de gehele oostelijke oever van de IJssel werden stellingen en andere militaire werken aangelegd. Zwolle werd versterkt door middel van tankgrachten, muren, loopgraven, mitrailleurnesten en kazematten tot in het hart van de stad. In geval van acute dreiging zouden delen van het land zelfs geheel onder water worden gezet, om zo een barrière te vormen tegen oprukkende geallieerde troepen.
In Februari 1945 zijn er toen nog een 1.100 man uit de omgeving Enschede en Kamp Amersfoort bij gehaald om dwangarbeid te verrichten aan de IJssel. Aan iedere spitter werd een arbeidskaart uitgereikt, die elke dag s’morgens werd ingenomen en waarop de gewerkte dagen werden aangegeven. Tegen het einde van de werkdag werd deze arbeidskaart weer aan de arbeider teruggegeven. Burgers in Zwolle werden opgeroepen om aangelegde verdedigingswerken en gebouwen te bewaken. De aanleg van deze verdedigingswerken stond onder leiding van de Organisation Todt.
De organisatie werd in 1938 opgericht. In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie opgeheven.